Moslims
Binnen de islam zijn er verschillende stromingen, waarvan de Soennieten (80-85%) en de Sjiieten (10-15%) de twee grootste zijn.
Een heel belangrijke gedachte die de opvattingen over leven en dood kenmerkt is: Allah geeft het leven, Allah neemt het leven. De mens moet zich schikken naar de wens van Allah. Moslims geloven in wederopstanding. De dood is de overgang naar het eeuwige leven: gelovigen gaan het paradijs binnen. Wie niet goed geleefd heeft, wordt gestraft in de hel.
De islam is in principe universeel, maar is beïnvloed door tradities in de verschillende culturen. Daarom is het goed navraag te doen bij een imam, de geestelijk leider, van de betreffende moslimgroep welke rituelen van belang zijn. Dat neemt niet weg dat de verschillen wat betreft stervensbegeleiding en rouwverwerking ondergeschikt zijn.
Stervensbegeleiding
Gedetailleerde voorschriften bepalen het handelen van moslims gedurende de laatste uren van een stervende. Deze wordt neergelegd op zijn rechterzijde met het gezicht in de richting van de Ka’aba in Mekka. Er wordt water aangeboden om te drinken, want de stervende zou een zodanige dorst kunnen hebben dat de verleiding groot wordt om naar Satan te luisteren. Tegelijkertijd wordt de shahāda opgezegd, de geloofbelijdenis. Het is sunna (aanbevolen) om de woorden na te zeggen als laatste woorden voor het overlijden. Ook worden bepaalde gebeden gereciteerd.
Tijdens de stervensfase is er geen speciale rol weggelegd voor de imam. Alle gelovigen kunnen een stervende geestelijke en religieuze ondersteuning bieden. Het is een plicht voor moslims om een stervende te bezoeken. Men praat over de dood, spreekt conflicten uit en schenkt elkaar vergiffenis. De schulden van de stervende moeten worden afgelost. Indien nodig moeten familie of vrienden daarvoor bijspringen, zodat de stervende schuldenvrij voor Allah kan verschijnen. Ook de geestelijke schuld, zoals het niet gemaakt hebben van een bedevaart, dient verrekend te worden door een schenking aan de armen.
Het niet kunnen bijwonen van dit samenzijn kan voor nabestaanden traumatisch zijn. Ingrijpen tijdens de laatste fase van het leven is volgens de islam verboden: leven en dood worden bepaald door Allah en de mens dient zich bij zijn besluiten neer te leggen. Deze opvatting kan problemen geven wanneer familieleden geconfronteerd worden met besluiten t.a.v. voortzetting of stopzetting van een behandeling e.d.
Verzorging van de overledene
Nadat de dood is geconstateerd volgt een rituele wassing. Dat is een taak voor familie en geloofsgenoten en in principe niet voor het verplegend personeel of een uitvaartondernemer. De overledene moet hiervoor dus worden overgedragen aan familie of de gemeenschap.
De rituele wassing wordt uitgevoerd naar sekse: mannen worden gewassen door mannen, vrouwen door vrouwen. Mits men rein is, mogen alle moslims deelnemen aan een lijkwassing. Rein betekent hier niet zozeer letterlijk schoon gewassen, maar in overeenstemming met de religieuze voorschriften. Er zijn specifieke voorschriften t.a.v. de fysieke reiniging vooraf en achteraf door de deelnemers aan de lijkwassing.
Alhoewel er binnen de islam globale overeenstemming is met betrekking tot de voorschriften voor het verrichten van de rituele wassingen, zijn er wel verschillen tussen de verschillende religieuze stromingen en etnische groeperingen.
Driemaal wordt de dode gewassen. De eerste keer met lauw water, vervolgens met water met olijfblad en de derde keer met kamfer in het water. De dode wordt besprenkeld met rozenolie en gewikkeld in een katoenen, witte doek, de kafan, die voor iedereen gelijk is. Uiterlijk vertoon is verboden. Mannen worden in drie doeken gewikkeld, vrouwen in vijf. Bij vrouwen wordt het haar helemaal afgedekt. Hierna is de overledene helemaal rein.
Samen wordt gebeden om vergiffenis te zoeken voor de overledene en alle dode moslims. Het wordt staande uitgevoerd in de richting van Mekka. Na de rituele wassing wordt de dode naar de moskee vervoerd. Daar wordt het dodengebed opgezegd voor de dode.
Uitvaart
Moslims willen graag begraven worden. Crematie is niet aan de orde. In principe mag er maar één persoon per graf begraven worden. Eeuwige grafrust is voor moslims belangrijk. In Nederland kan dat niet gegarandeerd worden. Daarom kiezen vooral ouderen van de eerste generatie vaak nog voor repatriëring om begraven te worden in de streek waar zij vandaan komen. Het aantal moslimbegrafenissen in Nederland stijgt overigens wel: een groeiend aantal mensen wil liever begraven worden in de buurt van de kinderen en kleinkinderen.
Voor moslims is het belangrijk om zo snel mogelijk begraven te worden. In landen van herkomst volgt de begrafenis meestal binnen 24 uur na het overlijden. In Nederland verbiedt de wet op de lijkbezorging dat, maar daar kan tegenwoordig ontheffing voor aangevraagd worden.
Ook ten aanzien van de uitvaart geldt dat er binnen de islam duidelijke regels zijn. Toch zien moslimbegrafenissen er soms weer anders uit, omdat men de voorschriften combineert met eigen culturele tradities.
Op de begraafplaats wordt de kist, vaak bedekt met een kleed met daarop de naam van Allah, door mannen naar het graf gedragen. De dragers wisselen regelmatig, want voor moslims is dit een goede daad en veel mannen melden zich als drager. In de stoet wordt niet gesproken, maar wel herhaalt men de uitspraak dat Allah groot is en Mohammed zijn profeet.
In veel islamitische gemeenschappen mogen vrouwen niet mee naar het graf. Zij blijven thuis, of wachten buiten de begraafplaats. Zij gaan meestal de dag daarop naar het graf. Afhankelijk van de geloofsrichting binnen de islam en de culturele tradities in verschillende etnische groeperingen, is het soms wel gebruikelijk dat vrouwen mee naar de begraafplaats gaan, bijvoorbeeld bij Molukse moslims en bepaalde groepen Surinaamse moslims. Ook Nederlandse moslima’s zullen vaak wel mee naar het graf gaan.
In het graf ligt de dode bij voorkeur zonder kist, op de rechterzij met het aangezicht in de richting van de Ka’aba in Mekka. Wordt er wel een kist gebruikt, dan moet dat er een zijn waarin de dode op zijn rechterzij kan liggen. Vervolgens worden er drie handen aarde in het graf gegooid.
Om het mogelijk te maken dat de geest op de dag van de wederopstanding ook inderdaad overeind kan komen dient er een ruimte boven het lichaam open te blijven. Vaak wordt hiervoor een speciale constructie in het graf aangebracht.
Rouw
Na de uitvaartdienst gaat iedereen naar het huis van de overledene om daar met elkaar te eten en drinken. Van de ontvangstruimte op een begraafplaats maakt men meestal geen gebruik.
Na het sterven van een familielid komen andere familieleden en vrienden gedurende drie dagen eten brengen naar de familie. Men wil ervoor zorgen dat zij verder geen zorgen hebben. Mannen en vrouwen zitten gescheiden bij elkaar. Huilen mag, maar de emoties mogen niet helemaal de vrije loop krijgen. De emoties dienen ingeperkt te blijven omdat tegenover het verdriet immers het geloof staat dat de ziel verrijst. Het is absoluut verboden om te weeklagen: ‘Waarom moet mij dat nu overkomen?’. Als nabestaande mag men wel iets zeggen als: ‘Vergeef me, ik wil je graag nog dit of dat zeggen.’ Anderen spreken de nabestaanden toe met woorden als ‘Wees geduldig’, ‘Dit was heus ergens goed voor’, ‘Hier steekt wijsheid achter’. Vaak gaat men ook de koran reciteren. Dat geeft rust.
Moslims gaan er vanuit dat de geest of de ziel van de dode nog in hun midden is, zodat het een plicht is om heel voorzichtig met de dode om te gaan. Men ervaart het als waardevol dat men zich na de dood nog tot de dierbare doden kan blijven richten en voor hen smeekbeden kan aanheffen. Deze smeekbeden zijn niet bedoeld om hulp af te roepen van de dierbaren, dat mag in ieder geval niet. Maar via de smeekbeden kan men bidden voor het welzijn van de doden. ‘Maak het graf ruim en licht, laat de dode rust vinden.’ Zo geeft men aan dat er weinig verschil is tussen leven en dood.
Herdenking
Officieel duurt de rouwperiode maar drie dagen. Men behoort niet te lang stil te staan bij het verlies: Allah heeft gegeven, Allah heeft genomen. Na drie dagen is een eerste herdenkingsbijeenkomst.
Toch neemt men vaak vanuit culturele traditie, maar ook vanuit persoonlijke behoefte, een rouwperiode van ongeveer 40 dagen in acht. In die periode komt men regelmatig bij elkaar om uit de koran te lezen. De naaste familieleden worden geacht geld te geven aan een goed doel. Vroeger gaf men eten aan de armen, maar dat is tegenwoordig niet meer van toepassing.
Rond de veertigste dag wordt deze rouwperiode afgesloten met een herdenkings-bijeenkomst in het huis van de overledene of de naaste familie. Mannen en vrouwen zitten apart. Koranlezers lezen voor en er wordt samen gebeden voor de zielenrust van de overledene. Eén jaar na het overlijden is er opnieuw een herdenkingsbijeenkomst.
Voor moslims is bezoek aan de graven van de overledenen erg belangrijk. De begraafplaats heeft een religieuze, en ook een sociale en psychologische functie. Vaak bezoekt men de graven op vrijdag na het vrijdaggebed en op feestdagen. In sommige etnische groeperingen gaan mannen en vrouwen samen naar de begraafplaats, in andere bezoekt men de graven apart.
Maak jouw eigen website met JouwWeb