Matig verstandige handicap
Het vermogen om zich in anderen in te leven wordt, bij mensen met een matige verstandelijke beperking, groter naar mate hun ontwikkelingsniveau stijgt. Ze kunnen zich ook beter uitdrukken in taal. Ze beginnen te begrijpen dat sterven onomkeerbaar is, maar wat het echt inhoudt is nog moeilijk voor hen en dit maakt het ook verwarrend. Ze beginnen te beseffen dat iedereen kan sterven en dit kan angst oproepen. Ze reageren met afhankelijk gedrag omdat ze alle informatie nog niet goed kunnen verwerken Het overlijden kleuren ze met hun eigen gevoelens in, ze zijn bijv. verdrietig omdat de overledene niet meer op vakantie kan gaan, dit zouden ze namelijk zelf ook erg vinden.
Begeleiding
Bij de begeleiding is het van groot belang alert te zijn dat deze mensen zich niet zelf de schuld geven van het overlijden Bijv: ze is overleden omdat ik boos op haar was. Het echte verdriet en gemis komt ook bij deze mensen vaak pas later. Mensen in deze ontwikkelingsfase missen de overledene in allerlei facetten. Ze stellen veel vragen en zijn op zoek naar logische verklaringen. Het is belangrijk hier een concreet en duidelijk antwoord op te geven. Het is van belang deze mensen overal zoveel mogelijk bij te betrekken. Daarna is herhaling van belang en het afscheid nemen van de overledene door hem te zien. Ook kan later samen het graf worden bezocht. Het verwerken van het verdriet begint met het er te zijn op moeilijke momenten. Samen herinneringen ophalen aan de overledene en die vastleggen in een boek kan helpen bij het verwerken van het verdriet. Ruim hier regelmatig tijd voor in, iemand kan immers alleen goed rouwen als alle fasen worden doorlopen. Mensen van dit niveau geven zelf aan wat ze aankunnen en men moet dit respecteren. Wel moet geprobeerd worden om onnodige angst weg te nemen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb